Spelreglement

2.1 SPELREGELS
2.1.1. Matchindeling
Er wordt gespeeld 6 tegen 6 per ploeg, en 2 tegen 2 per spel, om ter eerst 11 goals of 10/10 bij gelijk spel.Een match bestaat uit 9 sets, waar telkens maximaal 20 ballen worden betwist. De volgorde van deze partijen is de volgende:
Partij I 2 3 4 5 6 7 8 9
Thuisploeg ABC ABC ABC
Bezoekers ABC BCA CAB
De punten worden op de volgende wijze opgetekend:
Er worden 2 punten toegekend aan het koppel dat het eerst 11 doelpunten scoort, 0 punten aan het verliezend koppel en 1 punt aan beiden bij een gelijkspel. Er zijn in het totaal 18 punten te verdienen per match. De match wordt gewonnen door het behalen van 10 punten of meer. Elke wedstrijdoverwinning betekent 2 punten voor de algemene klassering van de competitie. Bij een gelijkspel (9-9) krijgen beide ploegen 1 punt voor de algemene klassering.
2.1.2. Setindeling
Een match bestaat uit 9 sets, en één set bestaat uit twee delen. Per deel worden er 10 ballen betwist aan een bepaalde zijde van de tafel. Beide ploegen veranderen van kant als er 10 ballen zijn gespeeld. Elke bal die niet in de goal blijft wordt niet meegerekend. Na ieder doelpunt ontvangt het koppel dat het doelpunt heeft geïncasseerd de bal in de middellijn voor een nieuwe aftrap.
2.1.3. Spelverloop
De thuisploeg begint de wedstrijd aan de kant van de geldkas. De ploeg die aan de kant van de geldkas staat, mag de eerste bal in het spel brengen (met uitzondering bij het handicapsysteem zoals beschreven in paragraaf 4.1.2) (met uitzondering bij het niet in orde zijn van één van de speelkanten zoals beschreven in paragraaf 2.1.13). Bij het veranderen van kant heeft de tegenstrever het voordeel van de eerste bal.In al de andere gevallen zoals neutraal terrein enz. beslist het systeem “kop of munt” over de keuze van de kant van de tafel.
2.1.4. Start van het spel
Bij het begin van elke wedstrijd wordt de bal in het spel gebracht in het bereik van het middelste speler (popje) van de middenlijn (lijn van de 5 spelers). Het spel begint pas als beide partijen bevestigen klaar te zijn.. Daarna moet de bal aangeraakt worden door 2 verschillende popjes van dezelfde lijn. Als deze speler zijn opzet mist, blijft deze bij de tegenstander waar hij is. Indien deze bij zijn medespeler belandt, dient hij naar de hoek van de achterspeler van de tegenstrever te gaan. Het spel wordt van daar voortgezet.
2.1.5. Uitbal
Een bal wordt als “uit” beschouwd als hij werkelijk niet terugkeert in het speelveld. Wanneer de bal tegen een object botst dat vast zit aan de tafel en terug keert in het speelveld, is hij niet uit. vb: de bal raakt de cijfers of de asbak of de lamp (als die op de tafel is gemonteerd), dan is hij niet uit. Het spel gaat gewoon door ook ingeval van een doelpunt is dit geldig! Bij de “uitbal” wordt de bal terug in het spel gebracht bij de achterspeler van het team die de laatste opstart gedaan heeft.
2.1.6. Stilliggende bal
Elke bal die stil komt te liggen buiten het bereik van de spelers (zonder de baren te plooien of de tafel op te heffen), wordt terug in het spel gebracht in de dichtst bijzijnde hoek van het spel. Als de bal stilligt tussen de twee middenlijnen (baren met vijf spelers), wordt deze in het spel gebracht in de dichtst bijzijnde hoek. (Idem zoals hoger).
Deze inbreng van de bal komt op het zelfde neer als een “uit” -bal. De achterspeler die de bal in het spel brengt, moet aan de tegenstrever vragen: “Klaar?” en daarna bij een positief antwoord van de tegenstrever mag hij de wedstrijd op gang brengen. Deze  is VERPLICHT om het spel te hervatten.
Als de bal buiten het spel terecht komt of juist in het midden van de middenlijn (lijn van vijf) blijft liggen dan wordt de bal terug in het spel gebracht door de achterspeler die de laatste inbreng heeft gedaan. Bij elke inbreng om het spel te hervatten vragen of de tegenstander klaar is. ( doelman en achtermannen worden beschouwd als 1 lijn )
Bij het missen van de opstart, blijft deze bij de tegenstander waar hij is. Indien deze bij zijn medespeler belandt, dient hij naar de hoek van de achterspeler van de tegenstrever te gaan. Het spel wordt van daar voortgezet.
2.1.7. Plaatsverwisseling
Van plaats verwisselen mag enkel wanneer er een doelpunt is gemaakt en vooraleer het spel hervat wordt. Slechts alléén het koppel dat het laatste doelpunt heeft geïncasseerd, mag van plaats verwisselen. Een reservespeler mag in het spel gebracht worden als een doelpunt is gemaakt, dit is geldig voor beide ploegen!
2.1.8. Baarhandelingen
Als de bal onder controle is, mag de tegenstrever de baar niet tegen de kant botsen zodat de speler de bal verliest. Indien dit wel gebeurt, dan wordt de bal teruggeven aan de respectievelijke speler (de speler die de bal onder controle had).
Wanneer een speler met de baar tegen de kant stoot, zodanig dat de tegenspeler de controle over de bal of de bal zelf verliest, dan krijgt de benadeelde speler de bal terug en starten de 15 seconden opnieuw.
Het is verboden met de baar heen en weer te stoten tegen de kant wanneer de bal niet in bereik is. Men mag wel bewegen!
Indien er een doelpunt wordt gemaakt op het moment dat deze speler zijn baar heeft gelost, dan wordt dit doelpunt niet toegekend. De bal wordt dan teruggeven aan de achterspeler van de tegenstrever.
Het is toegelaten dat men met de handen van baar verwisselt, maar daarna mag het spel pas verder gaan nadat men aan de tegenstrever “klaar” heeft gevraagd en een “PASS” heeft gegeven met dezelfde lijn. Aan de baar waar de bal zich bevindt moet altijd een hand aanwezig blijven.
Bij ontvangst van de bal, mag men deze slechts 15 seconden bijhouden. In feite mag een bal slechts 15 seconden onder controle blijven onder één baar. Dit geldt ook voor de zone tussen doelman en de twee achterspelers (keeperstang + backstang = 15 sec.). Indien de 15 seconden verstreken zijn, dan wordt de bal gegeven aan de achterspeler van de tegenstrever.
2.1.9. Volgende punten zijn verboden:
Spreken terwijl men speelt. Zacht fluisteren tegen zijn partner is wel toegelaten.
De baren doen draaien tijdens het spel.
Vreemde voorwerpen in het spel brengen.
Zijn hand in het spel brengen tijdens de wedstrijd indien dat wel gebeurt dan mag de tegenstrever een doelpunt aantekenen.
De tafel opheffen, of verplaatsen tijdens het spel.
De baren verwringen om de bal te pakken.
De tafel verlaten zonder geldig motief.
Overdreven met de baar tegen de kant stoten. Dit wanneer de bal niet in het bereik is, of waardoor de bal van richting verandert.
Roken tijdens het spel.
De bal langer dan 15 seconden houden bij dezelfde baar. Voor de achterspelers geldt de 15 seconden zowel voor de keeper en de achterlijn te samen. De bal moet weg uit de verdedigingszone binnen de 15 seconden.
De tegenstrever storen op de ene of andere manier.
Onbetaamd gedrag tegenover de tegenstrever, onbeschoft optreden en scheldpartijen.
Tijdens het spel is het verboden de scorecijfers aan te raken alvorens het doelpunt is gemaakt. Men mag dus niet het volgende cijfer klaar zetten dat nog niet is gemaakt.De baar waaraan men de bal heeft mag niet losgelaten worden. Tenzij na het aangevraagd hebben van een stop.Al deze fouten worden bestraft door de bal aan de achterspeler van de tegenstrever te geven, tenzij de tegenstrever hierdoor benadeeld wordt. (vb. wanneer de voorspeler in het bezit was van de bal op het ogenblik van de fout, krijgt deze speler de bal terug).
2.1.10. Stop I pauze aanvragen
Tijdens de wedstrijd heeft elke ploeg per kant (eerste 10 ballen) recht op één stop. Men dient de bal in het bezit te hebben om een stop aan te vragen. De duur van een stop duurt maximaal 1 minuut. Een fout kan altijd aangevraagd worden, ook indien men niet in het bezit is van de bal.Wanneer een speler in het bezit is van de bal en de tegenstrever lost zijn baren zonder geldige reden, dan is het toegelaten om te scoren! Een aanvraag van een stop met de handen in het spel wordt bestraft met een tegendoelpunt. Dit geldt ook voor hand op de baar van de tegenstander bij aanvraag van een stop.Een stop kan aangevraagd worden door dit uit te spreken naar de tegenspeler of door met een vrije hand ( hand van een baar waar de bal niet aanwezig is) op de rand van de tafel te tikken.
2.1.11. Technische stop
Een “TECHNISCHE STOP” wordt aangevraagd wanneer er schade is aan de tafel. Voorbeeld: speler (popje) voet afgespeeld, schroef los in het handvat, handvat kapot enz.
2.1.12. Opwarmingsrecht
De speeltafel moet ter beschikking worden gesteld van de tegenstrever indien deze ploeg een halfuur voor het normale begin van de wedstrijd is aangekomen. Indien de bezoekende ploeg aankomt op het ogenblik dat de match moet beginnen, dan verliest die ploeg het recht om te oefenen.
2.1.13. Bestuursrecht
Het bestuur behoudt het recht wijzigingen aan te brengen aan het huidige reglement.
3.1. ALGEMENE AFSPRAKEN
3.1.1 Puntenklassering
De competitie ontmoetingen tussen de clubs worden afgewerkt door een heen- en terugwedstrijd. Er wordt een klassement opgemaakt in functie van de bekomen punten, en worden gerangschikt als volgt:
1. het meest aantal punten
2. aantal gewonnen matchen
3. aantal behaalde setpunten
Wanneer er op het einde van het seizoen een gelijkheid van punten wordt genoteerd dan wordt alleszins een testmatch gespeeld tussen de clubs voor de titel.
3.1.2. Promoveren en dalen
Het promoveren en het dalen hangt af van de volgende punten:
De kampioen moet altijd stijgen.
Aantal dalers en stijgers per reeks wordt beslist door het comité.
Voor de overige clubs ligt de beslissing alleen bij het comité, en zullen de series zodanig worden samengesteld rekening houdend met het klassement van het vorig seizoen en de aansluitingen die werden gedaan voor het volgend seizoen.
3.1.3 . Vervanging van een speler tijdens de match
Een speler die tijdens een match wordt vervangen, mag achteraf niet meer deelnemen aan de wedstrijd. Een uitzondering hierop is in de testwedstrijden bij een mogelijke gelijke eindstand.
3.2. FORFAIT
3.2.1. Algemene forfait
Drie forfaits in competitiewedstrijden al dan niet opeenvolgend resulteert in een algemene forfait.
Voor elk van de 3 forfaitwedstrijden wordt een boete van € 25,00 aangerekend, waarbij € 12,50 bestemd is voor de tegenstander als schadevergoeding.
3.2.2. Forfait kosten
De spelers die deel uitmaakten van de club die een algemeen forfait opliep zijn verantwoordelijk voor de schulden van deze club indien de waarborg te klein is. Dit wil zeggen dat elke speler verantwoordelijk is voor I/X van de totale schuld van deze club + € 10,- administratiekosten (X = aantal aangesloten spelers).
3.3. TRANSFERS
3.3.1. Procedure
Er is geen transferformulier nodig, de handtekening op de ledenlijst is voldoende.
Indien een speler reeds tekende op een ledenlijst kan hij enkel nog van club veranderen met een schriftelijk akkoord van beide kapiteins en hij maximaal 6 sets gespeeld heeft. De aanvraag moet voor 31/12 van het lopende kalenderjaar ingediend zijn bij het bestuur zodat deze kan geëvalueerd worden. De speler kan bij zijn nieuwe club starten vanaf de terugronde. De kapitein van een club kan zelf nooit transfereren tijdens het lopende seizoen.
Een club die zakt naar een lagere afdeling wordt onderworpen aan de regels van deze afdeling.
Een club die officieel overgaat naar een hogere reeks wordt onderworpen aan de regels van deze reeks.
De spelers van deze clubs worden dan ook beschouwd als spelers van de reeks waar deze club het volgend seizoen in uitkomt.
De basisspelers van een club, dewelke kampioen speelde, dienen het volgende seizoen minstens één reeks hoger te spelen. De basisspelers van de kampioen van 1 ste provinciale dienen het volgende seizoen minstens in 1 ste provinciale aan te treden. Het betreft hier alle spelers die tijdens het seizoen gespeeld hebben bij een club welke kampioen speelde. Een basisspeler is een speler die tijdens het voorbije seizoen 12 sets gespeeld heeft.
3.3.2. Transfertabel :
Master naar:
reeks 1 ( 1 prov ): 2 spelers van ranking M
reeks 2 ( 2 prov ): geen
reeks 3 ( 3 prov ): geen
reeks 4 ( 4 prov ): geen
1 de prov  Naar:
1 prov  onbeperkt
2 prov  2 spelers
3 prov  1 speler
4 prov  1 speler
enkel indien een speler een nieuwe club sticht met allemaal nieuwe leden kan dit uitzonderlijk aanvaard worden, tijdens seizoen kunnen dan ook ook geen bestaande spelers inschrijven want die zullen geweigerd worden .
2 de prov  Naar:
1 prov  onbeperkt
2 prov  onbeperkt
3 prov  3 spelers
4 prov : 2 spelers
3 de prov  Naar:
1 prov  onbeperkt
2 prov  onbeperkt
3 prov  onbeperkt
4 prov  3 spelers
 

4 de prov  Naar:
1 prov  onbeperkt
2 prov  onbeperkt
3 prov  onbeperkt
4 prov  onbeperkt
Opgelet !!!!
Een club kan maximum 3 spelers aansluiten van een hogere ranking zonder daardoor zelf te stijgen
3.3.3. Aansluiten spelers
Een club mag spelers aansluiten van om het even welke afdeling.
Het provinciaal bestuur brengt deze club onder in de reeks aangepast aan de waarde van de spelers, ( zie tabel ). OPGELET : indien er in deze reeks geen plaatsen vrij zijn zal het provinciaal bestuur de transfers van de spelers van de hogere reeks weigeren.
REGLEMENTEN SPECIFIEK VOOR BEKERWEDSTRIJDEN
4.1. ALGEMENE AFSPRAKEN
4.1.1. Handicapsysteem
Per reeks verschil, mag men, voor de aanvang van iedere set één doelpunt aantekenen in het voordeel van de laagst spelende ploeg. De club die met achterstand begint mag bij het begin van elke set de aftrap geven. Na het keren mag de ploeg welke aan de muntgleuf staat opgaan. Wanneer de club uit de hogere reeks dus op verplaatsing speelt mag deze telkens opgaan, zowel bij het begin van de set als na het keren.
Voorbeeld: Elk koppel van een ploeg uit vierde, start met drie doelpunten voor tegen elk koppel van een ploeg uit eerste afdeling.
Elk koppel uit derde start met één doelpunt voor tegen elk koppel van een ploeg uit tweede afdeling. Dit systeem vervalt vanaf de tweede ronde.
In de troostingsbeker (schaal) blijft het systeem van toepassing tot in de finale
Bij dit systeem mag bij elke set de ploeg die de doelpunten tegen krijgt, de aftrap geven (geldig vanaf 6/12/02)
4.1.2. Forfait
Forfait in een bekerwedstrijd betekent automatisch de uitsluiting van verdere deelname aan de bekercompetities alsook een boete van € 25,- waarvan € 12,50 bestemd voor de tegenstander als schadevergoeding. Gebeurt de forfait in de poules dan mag de club wel nog de poules uitspelen maar wordt dan bij de verdere loting uitgesloten.
4.1.3. Vervanging van speler tijdens de match
Een speler die tijdens een match wordt vervangen, mag achteraf niet meer deelnemen aan de wedstrijd. Een uitzondering hierop is in een bekerwedstrijd die eindigt op gelijk spel. Deze speler komt wel nog in aanmerking voor de eventuele testwedstrijd die gespeeld dient te worden om de winnaar aan de duiden. (paar tegen paar).